Programmaplan

Volkshuisvesting, RO en stedelijke vernieuwing

Visie

Het is fijn om te wonen in Leudal. Het is een omgeving met veel groen en natuur. Het (agrarische) buitengebied is levendig en een goede omgeving om te sporten en te ontspannen. Steeds meer woningen en bedrijven maken gebruik van milieuvriendelijke manieren om stroom en warmte op te wekken. De kwaliteit van de woon- en leefomgeving is hoog. Fijn wonen in Leudal is meer dan alleen het juiste dak boven het hoofd hebben. Het gaat ook om elkaar ontmoeten, voor elkaar zorgen en een gevoel van verbondenheid ervaren. Wij streven naar actieve gemeenschappen met een passende mix van woonvormen, voorzieningen en bedrijvigheid.

Wat willen wij bereiken?

  1. Passende woningbouw in al onze kernen

We stimuleren passende woningbouw in al onze kernen. Daar zetten we fors op in. De vraag naar kleinere en betaalbare woningen is groot, bij jong en oud. Dat zijn (sociale) huurwoningen en goedkope koopwoningen. Nieuwe woningen zijn levensloopbestendig en geschikt voor verschillende levensfasen. De Versnellingsagenda Wonen geeft richting aan de gewenste lokale woningbouwontwikkelingen. Dat kan op verschillende manieren: door transformatie van bestaand vastgoed, de projectmatige ontwikkeling van strategische locaties en/of met woning- en woonkavelsplitsingen. De veranderende woningbehoefte is niet alleen met nieuwbouw te vervullen, maar wordt ook vervuld door aanpassing van bestaande woningen.     

  1. Alternatieve woningbouw voor andere doelgroepen

Wij bieden niet alleen bouwmogelijkheden voor de behoefte van huidige inwoners. Wij hebben ruimere ambities. Leudal is een aantrekkelijke woongemeente. Bijvoorbeeld voor mensen die werken in de regio Zuidoost-Brabant. Vooral de jongere beroepsbevolking willen wij aan ons binden. Daarnaast zijn internationale werknemers inmiddels onmisbaar voor onze lokale economie. De gemeente heeft een specifiek beleid om deze doelgroep op een goede manier tijdelijk te huisvesten. We maken het voor deze groep makkelijker om zich hier permanent te vestigen en een leven op te bouwen. Dat doen we door het aanbod van sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen in Leudal te vergroten. De woningcorporaties zijn daarbij een belangrijke samenwerkingspartner. Dat geldt ook voor hun deelname aan gebiedsontwikkelingen en (collectieve) burgerinitiatieven, zoals in Kelpen-Oler. Daarnaast dragen wij onze woonwagencentra één voor één over aan de woningcorporaties. Dit proces is in 2025/2026 afgerond.

  1. Een passende wooncarrière voor alle inwoners

Wij vinden het belangrijk dat onze senioren en andere kwetsbare doelgroepen zo lang mogelijk actief deelnemen aan de samenleving. Ook vinden wij het belangrijk dat zij zelfstandig wonen in hun vertrouwde omgeving. Met familie en vrienden in de buurt is hun zelfredzaamheid groter. Als ouderen naar een passende woning verhuizen, ontstaat er meer doorstroom op de woningmarkt. Hierdoor kunnen vele anderen binnen Leudal ook een gewenste stap in hun wooncarrière maken.

Onze focus ligt op het bouwen in de kernen. Als wij meer ruimte nodig hebben om de juiste aantallen, kwaliteit en variatie te halen, bespreken we dit met de provincie.

  1. Ruimte voor ontwikkeling, waarborg voor kwaliteit

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. De huidige bestemmingsplannen voor de kernen (Woonkernen Leudal 2017) en buitengebied (Reparatie- en veegplan Buitengebied Leudal 2016) gaan dan automatisch (van rechtswege) op in het tijdelijke Omgevingsplan Leudal. De Omgevingswet geeft inwoners, ondernemers en de gemeente meer ruimte om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Het motto van de wet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborg voor kwaliteit’. Dat proberen wij vanuit verschillende programma’s ook te bereiken.

  1. De transitie van de landbouw zo soepel mogelijk laten verlopen

Leudal kent net als de rest van Nederland een aantal grote ruimtelijke en andere opgaven die om een oplossing vragen, elkaar beïnvloeden en ruimte vragen. De transitie van de landbouw, zal plaatsvinden volgens water en bodem sturend, dit is het uitgangspunt voor een vitaal buitengebied. Maar ook de ruimtelijke opgaven op het gebied van energie en klimaatadaptatie vragen om aandacht.
Wij gaan we op zoek naar een gezond evenwicht tussen natuur, landschap, landbouw, recreatie en toerisme, ruimte om te wonen en leefbaarheid. Hiervoor moeten bestuurlijke keuzes gemaakt worden; en die schuren soms. Niet alles kan overal en niet alles kan op de manier die we gewend zijn.

  1. Leefbare dorpen en een vitaal buitengebied aan de hand van vier gebiedstypes

Ons doel is het behoud of het verbeteren van de brede welvaart door in te zetten op leefbare dorpen en een vitaal buitengebied, een goed voorzieningenniveau passend bij het dorpse karakter en de gemeenschappen.

Eind 2023 maken rijk en provincie afspraken over de toekomstige inrichting van de schaarse ruimte door vaststelling van de “ruimtelijke arrangementen”. Het vastleggen van de voor ons belangrijke thema’s en de wijze waarop de ruimte ingericht wordt willen wij zoveel als mogelijk op lokaal niveau behouden.

Vanuit de Rijksoverheid is bepaald dat water en bodem sturend zijn bij keuzes over de inrichting van de fysieke ruimte. Deze principes moeten aan de basis liggen bij besluiten over de fysieke ruimte.

Uit de enkele jaren geleden opgestelde ruimtelijke analyse van Leudal is een onderverdeling in vier gebieden uit voortgekomen. De onderverdeling is al toegepast in het beleidskader Duurzame Energie en wordt ook toegepast bij toekomstige visies en beleidsstukken zoals de Omgevingsvisie. Dit zorgt voor herkenbaarheid en consistentie in ons beleid. De gebieden zijn het Maasdal, het Leudal en omgeving, het Beekdalenlandschap en het Jonge Ontginningenlandschap.

We kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak in de diverse gebieden. Hierdoor kan aangesloten worden bij de kernwaarden van deze gebieden opgebouwd vanuit water en bodem sturend. Vanuit dit principe zijn landschappelijke structuren bepalend voor de draagkracht van het landschap.

Voor alle gebiedstypen geldt dat we niet alleen oog hebben voor de kernwaarden maar dat altijd sprake is van een bepaalde diversiteit in activiteiten. Wonen, werken en recreëren gaan hand in hand. Focus op de ene activiteit sluit een andere niet uit. De hoofdkoers wordt echter bepaald door een versterking van de kernwaarden van het betreffende gebied. Door te focussen op de kernwaarden geef je op de ene plaats ruimte aan water en op de andere om te ondernemen of te wonen.

  1. Veiligheid door het voorkomen van leegstand

We besteden in de hele gemeente aandacht aan de verbetering van de veiligheid. Vrijkomende agrarische bebouwing kan gevoelig zijn voor ondermijning. En herbestemming is niet overal mogelijk bijvoorbeeld door nog actieve agrarische bedrijven in de omgeving of door de ligging van het bedrijfsgebouw. Daarom zetten we naast herbestemming ook in op sloopfonds of een rood voor rood initiatief waarbij bijvoorbeeld ruimte wordt geboden aan nieuwe woonconcepten.

Wat gaan wij daar voor doen?

Voor woningbouw geeft de Versnellingsagenda Wonen de door ons gewenste ontwikkelrichting aan. In alle dorpen blijft het de komende jaren mogelijk om nieuwe woningen te realiseren. Wij bieden de beleidsruimte voor de bouw van 150 woningen per jaar en zullen eigen locaties successievelijk op de markt brengen (zoals o.a. de voormalige sportvelden in Grathem en Hunsel of vrijkomende schoollocaties). Wij doen dit niet alleen voor de huidige inwoners, maar ook voor nieuwkomers die zich (tijdelijk) in Leudal willen vestigen. Vooral mensen uit de werkzame beroepsbevolking zijn belangrijk voor onze lokale economie en de vitaliteit van onze kernen. Starters blijven wij ondersteunen met startersleningen.

Onze focus ligt op het bouwen in de dorpen. Als wij meer ruimte nodig hebben om de juiste aantallen, kwaliteit en variatie te halen, bespreken we dit met de provincie. Het differentiëren van onze kernrandzones, biedt mogelijkheden voor het ontwikkelen van gronden voor woningbouw.

Woningbouwmogelijkheden richten zich vooral op het tegemoet komen aan de woon(zorg)behoefte van de groeiende groep 1- en 2 persoonshuishoudens, jong én oud. Zij vragen om kleinere en betaalbare levensloopbestendige woningen. Dat zijn sociale huurwoningen, middeldure huurwoningen en goedkope koopwoningen. De woningcorporaties zijn daarbij voor ons een belangrijke samenwerkingspartner. Dat geldt ook voor hun deelname aan gebiedsontwikkelingen en (collectieve) burgerinitiatieven. Daarnaast breiden wij het aantal woonwagenstandplaatsen uit en dragen wij onze woonwagencentra één voor één over aan de woningcorporaties. Wij ronden dit proces in 2025/2026 af.

Wij sturen op kwaliteit, zodat nieuwe bouwontwikkelingen ook bijdragen aan het versterken van de leefbaarheid en onderlinge betrokkenheid. Transformatie van vrijkomend of leegstaand vastgoed en het aanpassen van bestaande woningen krijgt steeds meer aandacht, naast de nodige nieuwbouwontwikkelingen. De ontwikkeling van prioritaire locaties is geborgd door een projectmatige aanpak. Daarnaast biedt de gemeente zo veel mogelijk ruimte voor (collectieve) burgerinitiatieven, omdat wij het belangrijk vinden dat inwoners aan zet komen en blijven.

De gemeente is voornemens om eigen vastgoed, dat bijvoorbeeld door fusie of vertrek van verenigingen beschikbaar komt voor herontwikkeling, in de markt te zetten voor de bouw van woningen in diverse segmenten en voor diverse doelgroepen.

Duurzaamheid is een rode draad door diverse thema’s. Wij zetten verder in op de verduurzaming van de bestaande voorraad. Dit doen wij door: subsidies te verlenen aan inwoners die dit het hardste nodig hebben, advies te geven en (als dat nodig is) kleine aanpassingen aan woningen te doen. De verduurzaming van de bebouwde omgeving is een van de grootste opgaven in de energietransitie. Dit pakken wij wijk- of dorpsgericht aan. Dit doen wij samen met onze partners (o.a. woningcorporaties).

Zorgpartijen zijn een belangrijke partner om diverse aandachtsgroepen passend te kunnen huisvesten. In 2024 stelt de gemeente (conform het programma ‘Een thuis voor iedereen’) een algemene visie vast op wonen met zorg. De onderliggende woonzorganalyse laten wij samen met de regio uitvoeren. Een nieuw woningmarktonderzoek maakt ons totaalbeeld van de woningbehoefte weer actueel en compleet. Dit onderzoek vindt net als in 2018 regionaal plaats, met uitkomsten op gemeentelijk en kernniveau.

De rijksoverheid versterkt de regie op de volkshuisvesting en op de verdeling van ruimteclaims. Wij zetten in op het behouden en benutten van ruimte om eigen keuzes te maken die passen bij de behoefte en karakteristiek van Leudal. Dit doen wij, naar het motto van de Omgevingswet, met algemene kwalitatieve kaders. Daarbinnen krijgen ondernemers en inwoners van ons de ruimte om gewenste ontwikkelingen uit te voeren. Wij voeren de komende jaren de noodzakelijke wettelijke aanpassingen door.

De verbetering en het behoud van de beekdalen
Beekdalen vervullen een belangrijke rol bij het vasthouden of afvoeren van water, het vergroten van de biodiversiteit, het behoud van de landschappelijke structuur en de cultuurhistorische beleving en het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering. Beekdalen komen in de verschillende deelgebieden voor. Het is van belang om de kwaliteit van de beekdalen te verbeteren om de functie optimaal te benutten, hierbij moeten we nevenfuncties ondergeschikt maken.  

Een garantiefonds voor Agrarisch natuur en landschapsbeheer
Voor agrarisch natuur en landschapsbeheer wordt in bepaalde gevallen provinciale subsidie verstrekt. Hierdoor ontstaat een landschappelijk raamwerk wat de identiteit van de deelgebieden versterkt en de natuurinclusiviteit vergroot. De looptijd van de contracten is over het algemeen 6 jaar. Aan het eind van deze periode bestaat vaak veel onzekerheid over de verlenging van de contracten. Agrariërs moeten op dat moment beslissen of ze op eigen kosten de natuur/het landschap in stand houden of dat ze alles omploegen en de gronden weer in agrarisch gebruik nemen. Om dit laatste te voorkomen is het voorstel om, op plekken die voor de natuur en/of biodiversiteit belangrijk zijn, een garantie te geven op de vergoeding voor het natuur- en landschapsbeheer. Dit garantiefonds is enerzijds ter overbrugging als de besluitvorming voor de volgende subsidieronde vertraging oploopt en anderzijds als vervanging als het Rijk beslist om de subsidie stop te zetten (alleen op waardevolle percelen).

Een sloopfonds voor agrarische bebouwing/verplaatsing van knelgevallen
Niet alle agrariërs kunnen of willen hun bedrijf voortzetten. Deze groep voldoet niet altijd aan de voorwaarde vanuit de stikstofcrisis en kunnen niet deelnemen aan beëindigingsregelingen van het Rijk. Verder zijn er een groot aantal bedrijven die in het verleden gestopt zijn maar waar nog alle stallen zijn blijven staan. Vaak zie je op deze plekken leegstand, verrommeling, ongewenst of zelfs onveilig gebruik optreden. Vaak kan de stoppende agrariër het niet betalen om de stallen te slopen. Voor deze groep stellen wij voor om te onderzoeken of door middel van een revolverend fonds of het verstrekkingen van slopersleningen de sloop van de leegstaande of vrijkomende bebouwing alsnog gerealiseerd kan worden.

Het differentiëren van de kernrandzones
We voeren een onderzoek uit naar de mogelijkheid om een differentiatie te maken in de kernrandzones. In sommige dorpen is de druk van agrarische bedrijven op de leefomgeving te groot. Er is dan sprake van een overbelaste situatie. Om het woon- en leefklimaat te verbeteren kan het een oplossing zijn om een variatie aan te brengen in de kernrandzones. Binnen deze zone mogen intensieve veehouderijen niet uitbreiden (geen toename aantal dieren). Deze zone is ingesteld om tot een scheiding van mens en dierconcentraties te komen. De functie van de huidige kernrandzone is het borgen van een gezonde leefomgeving. Voor alle dorpen geldt nu al een minimum kernrandzone van 200 meter; dit verandert ook niet. Maar niet elk dorp heeft dezelfde functie: het ene dorp heeft meer een woonfunctie het andere is meer agrarisch gericht. Om recht te doen aan de verschillende behoeftes in onze dorpen gaan we de functie van deze zone verbreden. Zo kunnen we bij het ene dorp een “groene jas” in de kernrandzone realiseren en bij het andere dorp overgaan tot functiemenging met een combinatie van wonen en werken. Hierdoor kan het nodig zijn dat de kernrandzone groter wordt dan 200 meter. Het onderzoek moet aantonen of, hoe en wat de mogelijkheden zijn.

Het aanpassen en voorbereiden van de omgeving op de gevolgen van klimaatverandering zoals hoge temperaturen, lange periodes van droogte, extreme neerslag en hoog water.
De kwaliteit van het buitengebied verandert door de snel ontwikkelende klimaatverandering. Het  buitengebied moet weerbaar gemaakt worden voor hoge temperaturen, lange periodes van droogte, extreme neerslag en hoog water. Vanuit de gedachte water en bodem sturend moeten er structurerende keuzes gemaakt worden welke functies in de toekomst mogelijk zijn in de verschillende deelgebieden.

Volkshuisv., leefomgev. + sted.vernieuw.

(bedrag x 1.000)

Realisatie 2022

Begroting na wijziging 2023

Primitieve begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Lasten

Ruimte en leefomgeving

2,824

4,043

2,335

2,295

2,295

2,137

Grondexploitatie (niet-bedrijventerrein)

890

101

103

129

129

129

Wonen en bouwen

2,021

2,369

1,872

1,932

1,930

1,929

Totale lasten

5,735

6,513

4,311

4,357

4,355

4,195

Baten

Ruimte en leefomgeving

-1,872

-1,761

-38

-38

-38

-38

Grondexploitatie (niet-bedrijventerrein)

-917

-33

-52

-52

-52

-52

Wonen en bouwen

-1,198

-940

-998

-998

-998

-998

Totale baten

-3,986

-2,734

-1,088

-1,088

-1,088

-1,088

Resultaat

1,749

3,779

3,223

3,269

3,267

3,107

Deze pagina is gebouwd op 10/24/2023 16:21:13 met de export van 10/24/2023 16:09:41